Alle artikelen

Hoe een Preventief Medisch Onderzoek blijvend effect heeft

  • Categorie: Vitaliteit
  • Categorie: Achtergrond
  • Leestijd: 4 min
  • Datum: 25 september 2020

Stress op de werkvloer is beroepsziekte nummer één. Ruim een miljoen mensen loopt jaarlijks het risico op werk gerelateerde psychische aandoeningen, zoals een burn-out. Dat kan allerlei oorzaken hebben en dat kan zich op vele manieren uiten. Ook andere factoren spelen een rol in hoe goed werknemers in hun vel zitten, zoals iemands leefstijl.

Stress op de werkvloer

Maar één ding is altijd hetzelfde: als er eerder was ingegrepen en mensen er eerder over hadden gesproken met hun omgeving, thuis en op het werk, dan was het waarschijnlijk nooit zover gekomen. Daarom is het belangrijk om werkstress bespreekbaar te maken en op tijd tegen te gaan. Veel bedrijven denken dan ook na over hoe zij hun medewerkers langdurig duurzaam kunnen inzetten. Voor velen van hen is het laten uitvoeren van Preventief Medisch Onderzoek (PMO), of een Health Check (HC) , een eerste stap. Hier wordt echter vaak geen vervolg aan gegeven, en dat is zonde.

Duurzame inzetbaarheid meten

Een organisatie die probeert meer te doen dan enkel het aanbieden van een PMO is TIGRA. TIGRA helpt bedrijven met het duurzaam inzetbaar houden van het personeel. Ze maken hierin gebruik van een tool waarmee medewerkers, maar ook organisaties, inzicht krijgen in hun eigen vitaliteit en werkvermogen. Dit door middel van een visuele weergave in een dashboard. Naast inzicht krijgen medewerkers en organisaties ook meer verantwoordelijkheid om aan hun vitaliteit en werkvermogen te werken.

Preventief medisch onderzoek

TIGRA maakt dus wel gebruik van een PMO, maar vult dit aan met andere activiteiten en voorbereidingen. Uit het PMO volgt een individuele terugkoppeling, waarbij de volgende zaken worden gemeten:

  • bewegen (voldoet men aan de Beweegnorm en/of Fit norm?);
  • roken (rookt men wel of niet?);
  • alcohol (drinkt men wel of niet overmatig alcohol?);
  • voeding (heeft men een gezond voedingsgedrag?);
  • ontspanning (komt men voldoende aan ontspanning toe – privé en op het werk?);
  • overgewicht (heeft men een gezond gewicht, enige mate van overgewicht of een BMI hoger dan 30?);
  • risicoprofiel hart- en vaatziekten (heeft men een normaal risico op hart- en vaatziekten, verhoogd risico of een sterk verhoogd risico?).

Daarnaast worden er onder andere metingen gedaan op het gebied van functionele fitheid, werkomstandigheden, fysieke en mentale belasting, betrokkenheid en werkplezier.

Op elk onderwerp krijgt de medewerker een bepaalde score, zodat hij of zij kan zien of er op dat vlak verbeterpunten zijn. De medewerker kan vervolgens werken aan deze verbeterpunten. Dit start met het voeren van gesprekken met de professionals die het onderzoek aanbieden. Tijdens deze gesprekken ligt de nadruk op het prikkelen van de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker. Door op deze manier gericht hulp te bieden aan medewerkers die dat nodig hebben en gemotiveerd zijn om te verbeteren, wordt het risico op uitval verlaagd en stijgen vitaliteit en werkvermogen.

Wat maakt nu het verschil?

Voorafgaand aan het Preventief Medisch Onderzoek houdt TIGRA verschillende focusmeetings. Tijdens deze meetings worden de leidinggevenden en managers als ambassadeurs meegenomen in het proces. Er wordt, in vergelijking met vele andere Health Checks of Preventief Medische Onderzoeken, veel geïnvesteerd in het voortraject. Hierdoor kunnen leidinggevenden en managers hun medewerkers goed ondersteunen tijdens het traject. De kans op slagen wordt hiermee verhoogd en de kans op blijvend resultaat stijgt.

Interventies om te kunnen verbeteren

Een organisatie heeft vaak al verschillende interventies in huis om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te verbeteren. In overleg met TIGRA worden deze interventies op een rij gezet en wordt per medewerker bekeken welke interventie(s) voor hem of haar het beste aansluit bij diens verbeterpunten. Op deze manier krijgen medewerkers gepersonaliseerde hulp bij het verbeteren van hun inzetbaarheid. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan omgevingsfactoren en mogelijkheden binnen de organisatie. Deze dienen zó te worden ingezet, dat ze bijdragen aan (gedrags)verandering. Pushen heeft geen zin, faciliteren wel. Als laatst wordt de dienstverlening aangesloten bij de doelen en ambities van de organisatie, waardoor medewerkers een optimaal werkvermogen kunnen creëren. Is een medewerker op optimaal werkvermogen, dan is het ziekteverzuim minimaal, productiviteit maximaal en voelt de medewerker zich vitaal. Goed voor de werknemer én voor de werkgever dus!