Alle artikelen

Prostaatradioloog Jelle Barentsz: 50-plusmannen, laat je testen!

  • Categorie: Fysiek gezond
  • Categorie: Interview
  • Leestijd: 6 min
  • Datum: 16 februari 2023

Mannen hebben vanaf hun vijftigste een verhoogd risico op het krijgen van prostaatkanker. Professor Jelle Barentsz zou het liefst zien dat alle mannen vanaf hun vijftigste daarom regelmatig hun bloed laten checken op een eventueel verhoogd risico op deze vorm van kanker. En bij verhoogde bloedwaarden een MRI-scan laten maken. “Prostaatkanker is goed te controleren en behandelen, maar je moet er wel op tijd bij zijn.

Bij de gespecialiseerde urologische klinieken Andros Clinics houdt Barentsz zich bezig met prostaatradiologie en het optimaliseren van MRI-technieken. “Vaak wordt gedacht dat plasklachten altijd een verband houden met prostaatkanker, maar dat is niet zo”, legt hij uit. “Er kan een verband zijn tussen plasklachten en een vergrote prostaat, maar dit hoeft niet op de aanwezigheid van kanker te wijzen. De prostaat groeit vaak bij mannen op latere leeftijd. Juist omdát prostaatkanker niet altijd te voelen is, pleit ik ervoor dat mannen vanaf hun vijftigste een bevolkingsonderzoek ingaan. Bij dit onderzoek kan met een bloedtest een stijging van het Prostaatspecifieke Antigeen (PSA) worden aangetoond, een eventuele indicatie voor de aanwezigheid van prostaatkanker. Is er een verhoogde PSA-waarde aanwezig, dan moeten een risicocalculator en MRI-scan volgen.”

Dokter kijkt met patiënt naar scan op een beeldscherm

Vroeg ontdekken en behandelen verbetert kansen

De prostaat is een klier die alleen mannen hebben. Hij ligt aan de blaasuitgang rond de plasbuis en produceert zaadvloeistof en voedingselementen voor de zaadcellen. In Nederland krijgen per jaar ruim 13.000 mannen de diagnose prostaatkanker; zo’n 3.000 mannen overlijden er jaarlijks aan. “Vaak wordt gezegd dat er meer mannen zijn die mét prostaatkanker overlijden, dan mannen die áán deze ziekte overlijden”, vertelt Barentsz. “Dat is maar ten dele waar. Dit geldt namelijk alleen voor de niet-agressieve kankers. Aan agressieve kankers kan je zeker wél doodgaan. Hierbij geldt: hoe eerder je de ziekte ontdekt en behandelt, hoe beter de kansen zijn.”

Van PSA-test naar MRI-scan

Bij een vroege diagnose zijn nog wel een paar drempels te overwinnen, legt Domien Debruyne, directeur van Andros Clinics uit. “Uit een groot deel van de PSA-testen komt een verhoogde waarde naar voren. Vroeger werden er daarna meteen biopten afgenomen via een risicovolle prik en bij enige twijfel werd de prostaat operatief verwijderd. Er werden veel mannen geopereerd die uiteindelijk geen agressieve kanker bleken te hebben. Daarom zijn huisartsen nog steeds huiverig voor het testen van de PSA-waarden. Onnodig, want we werken nu totaal anders. Bij een verhoogde PSA-waarde doen we eerst een MRI-scan die behoorlijk nauwkeurig kan uitwijzen of iemand agressieve prostaatkanker heeft of niet. Alleen als een agressieve kanker wordt vermoed, nemen we een biopt af.

Vaak wordt gezegd dat er meer mannen zijn die mét prostaatkanker overlijden, dan mannen die áán deze ziekte overlijden”, vertelt Barentsz. “Dat is maar ten dele waar.
Jelle Barentsz Professor Andros Clinics

We prikken dan gericht een stukje weefsel uit de prostaat en onderzoeken dat op de aanwezigheid van kankercellen. Vroeger deden we dit transrectaal, dus via de anus. Dat gaf risico op ontstekingen. Er overleden zelfs gezonde mannen aan de gevolgen van die prikken. Tegenwoordig prikken we daarom door de huid.”

Liever controleren dan opereren

Naast de onderzoeksmethode is ook de behandeling van prostaatkanker de afgelopen jaren veranderd. “Als het niet nodig is, behandelen we niet”, legt Debruyne uit. “Pas bij een agressieve vorm van kanker gaan onze urologen over tot opereren en bestralen of een andere therapie. Bij niet-agressieve prostaatkanker houden we de prostaat goed in de gaten met behulp van MRI-scans. De kanker groeit zo langzaam dat deze actieve controle volstaat.” “De kwaliteit van deze MRI-scans is hierbij van het grootste belang”, legt Barentsz uit. “Scannen is heel specialistisch werk, waarin nog lang niet alle ziekenhuizen en artsen goed zijn. Huisartsen verwijzen doorgaans door naar ziekenhuizen waarmee zij goed contact hebben, maar kijken niet naar de expertise van prostaat-MRI die aanwezig is op die locaties. Als patiënt heb je keuzevrijheid, je hoeft namelijk niet naar het ziekenhuis te gaan waarnaar de huisarts doorverwijst. Je kunt ook naar een gespecialiseerde kliniek gaan, bijvoorbeeld. Beide vallen vaak onder de basisverzekering. Ook hoef je niet het hele traject op dezelfde plek te doorlopen. Voor een specialist op gebied van MRI-scans kun je eenmalig naar de andere kant van het land rijden, om vervolgens met die uitkomsten de behandeling in het dichtstbijzijnde ziekenhuis volgen. Vaak is dat het ritje het dubbel en dwars waard.”

Wachttijd

Doordat er steeds meer vraag is naar PSA-testen en MRI-scans, is een wachttijd ontstaan. Debruyne: “Dat het even duurt voor mannen een scan krijgen is voor de behandeling niet erg, want deze kanker groeit op zijn snelst nog steeds langzamer dan andere kankersoorten. Tegelijk snappen we dat wie te horen krijgt dat hij een verhoogde PSA-waarde heeft, zich zorgen maakt. Bij het woord ‘kanker’ denken veel mensen meteen aan het ergste, maar in dit geval is dat doorgaans niet nodig. Bij tweederde van de mannen die we onderzoeken is er geen kanker aanwezig, maar wordt de PSA-verhoging veroorzaakt door een goedaardige vergroting van of ontsteking aan de prostaat. Beide zijn goed te herkennen op de MRI. Door duidelijk te vertellen hoe de situatie is en wat prostaatkanker is, nemen we al een groot deel van die zorgen weg. Vervolgens doen we er natuurlijk alles aan om de patiënten zo kort mogelijk in onzekerheid te laten zitten. Prostaatkanker is niet te voorkomen, maar het is wel mogelijk om de kansen op het krijgen ervan te verkleinen. Debruyne: “Een gezonde leefstijl draagt daar zeker aan bij. Dus: gezond eten, niet roken, weinig alcohol en genoeg bewegen. Dit geldt overigens voor het voorkomen van heel veel ziektes.”