Die beruchte winterdip. Bestaat die nou echt, of praten we elkaar iets aan? Ja, hij bestaat. Maar wat is het precies en hoe kom je er zo snel mogelijk vanaf? We vroegen het aan een GZ-psycholoog.
Feit is dat je in de winter geruime tijd minder daglicht krijgt. Simpelweg omdat het nog donker is als je ‘s morgens wakker wordt en de zon aan het eind van de middag alweer achter de horizon verdwijnt. Die karige uurtjes licht hebben effect op je gestel. Je lichaam maakt tijdens die donkere dagen namelijk veel meer melatonine aan dan in de zomer. Op zich is melatonine een prettig stofje, dat je helpt met (in)slapen bijvoorbeeld. Maar je wil er niet té veel van hebben, want dan voel je je de hele dag suf. En daar word je dan weer niet vrolijk van. Daarnaast is het buiten vaak koud, nat, guur en oncomfortabel in de winter. Je hebt toegeleefd naar de feestdagen en dan moet je daarna nog dat hele eind ploeteren met die koude voeten, wegwaaiende sjaals en verloren handschoenen. In de regen. Dat valt gewoon niet mee.
Die winterdip is dus zeker geen fabeltje. MvdW, GZ-psycholoog uit Nijmegen, zegt er het volgende over: ‘Een winterdepressie, ook wel Seasonal Affective Disorder (SAD) genoemd, is een serieuze medische aandoening, die jaarlijks terugkeert zodra de dagen korter worden. In Nederland heeft ongeveer 3% van de bevolking er last van, met name vrouwen. Maar let op, een winterdepressie mag niet verward worden met de mildere winterblues of -dip, waarbij mensen wél last krijgen van bepaalde klachten, maar nog behoorlijk kunnen functioneren. Als je echt een depressie hebt, is het van belang om hulp te zoeken. Maar een dip kun je zelf behoorlijk te lijf gaan. Enkele tips:
Zoek het (dag)licht op. Probeer elk zonnestraaltje en stukje blauwe lucht mee te pakken. Wandel even naar buiten om een brief te posten, leen de hond van de buren of ga een stukje rennen. Dat helpt echt! Je kunt ook een lichttherapie volgen met een speciale lamp. Bespreek dit eerst even met je huisarts en ga niet op je eigen houtje rommelen. Het is belangrijk dat je dat met beleid doet.
Als je niet lekker in je vel zit, is het verleidelijk om naar chocolade of vette snacks te grijpen. Maar echt beter ga je jezelf daar niet door voelen. Probeer juist lekkere, lichte en vitaminerijke dingen te eten. Verwen jezelf met verse soep of maak een feestelijke snackschaal vol met rauwkost (en oké, een lekkere dip).
Misschien wil je de hele dag onder de dekens blijven liggen. Maar je gaat je stukken beter voelen wanneer je jezelf toch onder de mensen begeeft. Maak een praatje bij de bakker. Bel die vriend of vriendin en maak leuke plannen. Nodig de buurvrouw uit. Steek kaarsjes aan. Draai vrolijke muziek. Ook al voelt dat misschien geforceerd, het heeft absoluut effect.’
